GEEN ID – pleidooi voor spelen

GEEN ID – pleidooi voor spelen

“Kinderen in een wachtkamer. Waar wachten ze op, wat hebben ze gemeen? Wie zijn ze? Ze hebben geen idee. Dat is het probleem.”

Dinsdag 24 februari 2015, kunstlokaal, 1e uur

Ze was weg.
Het meisje met ADHD dat elke les voor verrassingen kon zorgen. Nooit had mijn lesvoorbereiding voor deze groep kans op uitvoering zoals ze op papier en in mijn hoofd zat. De lesvoorbereidingen moesten standaard zeer flexibel te gebruiken zijn. En de lessen die ik telkens daarna met andere klassen had voelden steeds wat mat. Maar dat was ook geen wonder na een blokuur windkracht tien. De weken voor haar vertrek liet ze blijken dat ze heel hard haar best wilde doen. Ik ben er overigens niet helemaal uit of haar motivatie echt intrinsiek was of dat ze het puur voor mij deed. Ik neig naar het eerste. Maar je zag dat het haar moeite kostte, ze deed echt haar best. Het lukte haar niet altijd een blokuur lang om gefocust te blijven maar ik moet de eerste leerling die dat kan nog tegenkomen.
Focus voor een opdracht en focus voor een boodschapje of klusje voor mevrouw Kotoun zijn toch twee verschillende dingen…in haar ogen dan.
Raar toch eigenlijk. Een opdracht is toch een opdracht zou je zeggen.
Of scheelde het dat wanneer ze wat extra papier mocht halen, of de lijmpotjes mocht bijvullen, een loopje had. Even weg uit die cirkel van de opdracht aan haar tafel. Met in haar achterhoofd de beoordeling die er aan vastkleefde, als een onafwendbaar donker lot. Het zwaard van Damocles. Het stond zowat op haar voorhoofd, alsof zij de uitverkorene was. Een Harry Potter.
Want, ze was niet goed in tekenen. Tenminste, dat vond ze zelf; ze was nergens goed in.
Ik weet wel beter. En als ik haar dan toch een beoordeling moet geven, kon het in zijn geval beter gericht zijn op haar leerproces in plaats van op haar eindproduct. Voor zover je daar al van kunt spreken als het over kunst gaat. Daar is immers nooit iets af.

“Het illusief of verbeeldend spel, het ‘alsof’ spel, heeft een bijzondere rol in de cognitieve ontwikkeling. Met het opbouwen van een eigen wereldje wordt het mogelijk om de dagelijkse ervaringen op eigen niveau nog eens door te nemen.” (Dr. Elly Singer).

Het is niet ondenkbaar dat wanneer ze een klusje buiten het lokaal mocht doen ze wandelend door de stille gangen zich inbeeldde dat ze de directeur van de school was, op inspectieronde. En het is ook niet ondenkbaar dat ze dan nadacht over wat ze allemaal zou veranderen op haar school.
Een spel, dat wel. Maar het leermoment van die vijf minuten is absoluut vele malen groter dan dat blokuur werken aan een opdracht waar ze het nut totaal niet van inziet.

Zij, de eeuwige wervelwind, en altijd zonnig.
Ze weigert nog steeds medicatie, zo werd me laatst verteld toen ik informeerde naar hoe het nu met haar gaat. Ze zou na de vakantie naar een andere school gaan omdat ze ging verhuizen maar ze is er nog steeds. Dat wil zeggen, ze volgt nu tot aan de volgende vakantie haar lessen Elders. Daar zijn ze aan het proberen haar weer in het juiste gareel te krijgen. Zodat ze straks weer volgens de norm mee kan in de gewone lessen.
Elders, daar kom je alleen terecht als je niet te hanteren bent in de wereld die normaal heet. Heeft iets negatiefs. Een soort Alcatraz. Verbannen.
En zo voelt het voor haar zo goed als zeker weer als een straf, en er was weer iets toe te voegen aan het lijstje van dingen die ze niet kan. Gedwongen schikken naar een persoonlijkheid die je misschien wel niet bent.

Waar waren de docenten die haar hielpen zichzelf te ontdekken, en te ontwikkelen, door haar vermogen tot assimileren, leren, positief te prikkelen in plaats van haar te vragen zichzelf in de steek te laten?
Of zaten die ook gevangen in het systeem?

Een half jaar klooien en uiteindelijk de zere plek maar amputeren in de hoop dat het anderen wel is gelukt als ze terugkomt. Als ze nog terugkomt.

Accommoderen (leren) kan niet zonder assimileren (spelen). Als er alleen gevraagd wordt cognities aan te passen zonder te spelen verliezen kinderen zichzelf. Leren is als een reis met als kracht de ervaring als beginpunt. (Gillert, A., Leren van de reis. De betekenis van reizen, spelen en ervaren. Develop, nr. 2, 2008, p.29 – 35. Thema: Speel!)

Ze zit in de wachtkamer, net als heel veel andere kinderen van haar leeftijd. En het lijkt me weer niet ondenkbaar dat ze niet gerijmd krijgt waarom ze daar eigenlijk zit.

Vrijdag 15 mei 2015, kunstlokaal, 3e uur

Het kunstlokaal is een fijn lokaal om in te zitten. Vooral als het mooi weer is. Ik had al wat ramen op een kier gezet, voor nog meer van buiten naar binnen en omdat ik net uit Spanje kwam wat bachata muziek op de achtergrond.

“Mevrouw, als het mooi weer zou zijn dan mochten we toch naar buiten? Jaha, dat heeft u zelf gezegd”.

Zo kwamen ze binnen die ochtend, haar groep. Ik was mijn uitspraak al weer vergeten maar had het inderdaad beloofd. En als je iets belooft moet je het ook nakomen. En als er één regel is die je als docent niet mag verbreken is het de belofte regel wel. Nu ook mijn geheugen nog fris houden… De suffe buitenopdracht van vorig jaar, lentefoto’s maken, was geen optie wat mij betreft.

Ik had eigenlijk voor vandaag een opdracht over muziekstijlen mee, Your Choice, een project. Deze opdracht had ik tamelijk vrij opgezet en was vanaf de geboorte een maand eerder in mijn hoofd nog vrijer geworden dan hij aanvankelijk was.
Maar goed, ze wilden dus naar buiten.
Improviseren dan maar.
Maak teams en verzin je eigen opdracht was de boodschap, laat je inspireren door buiten.
Dat was wel ontzettend vrij maar paste wel mooi in de lijn van waar we de afgelopen weken steeds over spraken. Vrije creativiteit, zoiets was het. Geprikkeld door een filmpje waar een klasgenoot van haar een tijdje geleden mee kwam. Ze heeft het filmpje en de daaropvolgende discussie trouwens nog wel meegekregen, het was de laatste les voordat ze naar Elders moest.
Het was een probeersel, zo’n totaal vrije opdracht. Maar ik geloof er in. En ook dat je dan een beoordeling geeft die gebaseerd is op het proces. Of nog beter, dat ze zichzelf beoordelen.
Is trouwens best een naar woord: beoordelen. Reflecteren zou beter passen.

Na een kleine tien minuten kwam er al een team terug. Het lukte ze niet iets te bedenken en ze vroegen of ze de opdracht mochten doen die ik aanvankelijk voor ze had meegenomen.
Dit mocht, vanzelfsprekend.
De ogen van één leerling uit dat team gingen glinsteren toen ik vertelde over de inhoud van de opdracht. Ik zag het direct, deze opdracht paste dit kind perfect.

Creatieve ouders, creatief kind. Het is een wijs kind, gepokt en gemazeld door het leven zelf, met een eigen mening.
De opdracht Your Choice was echt iets voor deze stoere en lieve jonge artiest. Het team werd ook aangestoken door het enthousiasme en ik kon de rest van het lesuur genieten van een fantastisch uitzicht: een team aan het onderzoeken, enthousiast en intrinsiek gemotiveerd. De gedrevenheid spatte er gewoon van af.

En het mooiste moment moest nog komen. Toen ik tegen het eind van de les informeerde naar de gekozen muziekstijl kon de gemaakte keuze glashelder worden toegelicht. En het ging veel verder dan de mededeling ‘ik vind het gewoon mooi’. Er kon worden uitgelegd waarom er verwantschap werd gevoeld met de stijl en vooral de artiest, wat er gevoeld werd bij de muziek. Er stond hier een puber die een stukje van de persoonlijke belevingswereld met daarachter een pijnlijk gisteren deelde, met mij, een volwassene. Wat een voorbeeld! Dat wil ik ook leren! Ik keek erg uit naar de presentatie van dat team.

Inmiddels zijn we een paar lessen verder en de opdracht is onderweg wat aangepast. Weg met de beoordeling van het eindproduct en ook weg met een opgelegde deadline.
Nog zo’n naar woord: deadline. Een dode lijn? Juist in het onderwijs past deze toch totaal niet? En zeker niet gezien de fase waar deze kinderen zich in bevinden.

Als er ergens géén dode lijn past, is het in het onderwijs.
Afgelopen vrijdag moesten de teams bekend maken wanneer ze willen presenteren en elk team heeft een datum voorgesteld.
Zelf verantwoordelijk, zelf doen, zelf beleven, eigenaar van het proces.
Spelend leren, lerend spelen.
Onzichtbaar leren.

Onno Hansen en Bata Staszynska stellen in hun onderzoek, in het kader van het Europese project Dynamic Identity (mei 2015) dat jongeren niet leren maar ervaring opdoen.
Jongeren geven volgens Hansen en Staszynska aan geen rol te spelen maar altijd zichzelf te zijn. Veel jongeren zien het spelen van een rol ook als iets oneerlijks. Het aanpassen aan datgene wat een specifieke situatie van je verlangt, lijkt voor veel van hen op liegen. Hoewel zij zien dat veel volwassenen dit doen, zegt een grote groep jongeren dat zij overal en altijd hetzelfde zijn. En als zij op school bijvoorbeeld iets niet zeggen of iets niet doen, dan is dat alleen omdat zij straf verwachten als zij dit wel zouden doen.

Jezelf zijn, authentiek zijn betekent niet meedoen aan de hypocriete wereld van volwassenen. Authentiek zijn betekent je niet in een hokje laten stoppen maar overal hapjes uit nemen en naar hartelust de meeste diverse elementen mengen.
Spelen, prutsen.

Toen leerlingen werd gevraagd de selfie van henzelf te tekenen die nooit zou mogen bestaan, tekende ongeveer de helft van hen zichzelf voor de neergestorte MH17 of voor een rij mensen die onthoofd werden door IS. Een kleiner gedeelte tekende zichzelf zoals te verwachten: met lelijke haren en pukkels (jongens en meisjes). De negatieve beelden waren net zo makkelijk doorgedrongen tot hun identiteit als nieuwe apps dat doen.

Authentiek zijn betekent dus niet dat je je vastlegt op een identiteit. Je vindt jezelf doorlopend opnieuw uit, maar authentiek, zonder rollen te spelen dus.
Je bewegende identiteit. Eigen en authentiek. Voortdurend in ontwikkeling, een leven lang. Steeds grensoverschrijdend en intrinsiek gemotiveerd.

Als jongeren iets tegen komen wat interessant is, is het niet nieuw maar wordt het zonder poespas toegevoegd aan wat zij al kennen en wordt het een vanzelfsprekend deel van hun leven. Ook negatieve ervaringen worden als vanzelfsprekend toegevoegd aan de eigen, authentieke mix van elementen die hun identiteit is.

Jongeren kiezen uiteindelijk toch zelf wat zij wel of niet toelaten in hun identiteitsmix.
Hiërarchische overwegingen (dwang, leren) werken niet om jongeren iets te laten aannemen, terwijl straf ze alleen maar tijdelijk onderdrukt. De enige vorm van contact die lijkt te werken met jongeren is het voeren van een normaal gesprek, waarin zij serieus genomen worden. In een dergelijk gesprek zijn velen bereid om met respect te luisteren en hun afwegingen opnieuw te bekijken. De toverwoorden hier zijn interactie en gebrek aan hiërarchie.
Kinderen vinden hun persoonlijkheid voortdurend opnieuw uit. Daarom kunnen we geen zinvolle inzichten ontwikkelen om de wereld om ons heen te begrijpen, laat staan dat wij passende persoonlijkheden kunnen ontwikkelen. Er is geen tijd om te leren, er is alleen tijd om ons telkens weer aan te passen. Er is geen tijd om duurzame strategieën te creëren, om te functioneren in specifieke contexten (rollen), dus spelen wij geen rollen meer. Reagerend op onze steeds vloeibaar wordende omgeving, vinden we voortdurend onze persoonlijkheid opnieuw uit, gebruik makend van wat wij genetisch hebben meegekregen en wat we onderweg aan ervaringen en informatie hebben verzameld.

In het artikel Spelen is het nieuwe Leren (2013) geeft Arne Gillert aan dat een van de meest boeiende vragen die wetenschappers zich al een hele tijd stellen, is wat de toegevoegde waarde is van het spelen – want het komt bij bijna alle diersoorten voor, net zoals bij mensen. Waarom spelen we?

Spelen is gevaarlijk en er is veel onderzoek dat aantoont dat spelende jonge dieren makkelijker ten prooi vallen aan roofdieren of dodelijk verongelukken, dan wanneer ze niet spelen. Je zou dus aannemen dat spelen via het proces van natuurlijke selectie al lang uitgeroeid zou zijn, als het niet ergens van toegevoegde waarde was. Als spelen niets oplevert behalve risico, zouden de niet- spelende jonge dieren gewoon beter overleven dan hun spelende soortgenoten en op langere termijn de overhand hebben.

Spelen moet dus iets opleveren. Men is er lang vanuit gegaan dat kinderen via het spel leren. Kittens bijvoorbeeld zouden dan via hun spel met een bal leren om te jagen. Echter, deze theorie kan niet worden onderbouwd want kittens die in hun jeugd niet spelen, jagen later net zo goed als kittens die dat wel doen. Het verschil ligt op een ander gebied: de katten die in hun jeugd niet hebben mogen spelen, hebben heel veel moeite om het verschil te maken tussen vriend en vijand, ze worden eenzaam, vinden het lastig om contact te maken met soortgenoten. In menselijke termen zou je het de ontwikkeling van je sociale en emotionele intelligentie kunnen noemen. Het is nog niet zeker, maar het spelen van kinderen (en volwassenen) lijkt dus met name op dat gebied onontbeerlijk te zijn.

Januari is mijn naam
en ik kan heel wat aan
en als ik kom, mag je niet zonder sjaal naar buiten gaan! Maar ik kan je ook plezieren
als je op je ski’s wilt zwieren
strooi ik sneeuw in dalen en leg ijs in de rivieren

Deze tekst komt uit een liedje van Alf Prøysen. Het staat in majeur.
Jon-Roar Bjørkvold leidt met deze tekst zijn boek De Muzische Mens in.
Hij heeft het in de inleiding ook over de dichter die schreef over het zielenvuur versus de elementen.

Je kan deze zin zo op alles in dit stuk leggen.

De verborgen passie van de jong volwassene versus de traditionele norm van de volwassene. Het ontdekkende kind versus het dominante onderwijsparadigma.
De multidisciplinair denkende puber versus de rechtlijnige docent.
Van nature creatief denkende wezens versus de leerfabriek.

De triomf van het ongemak (Bjørkvold) versus het veilige gemak.

Kijk nu nog eens naar de foto en dan vooral goed naar de kinderen, hun gezichtsuitdrukking. En lees de zinnen er net onder nog eens goed.

Geen ID is een verhaal, een theaterstuk. En de foto is gemaakt tijdens een repetitie.
Het stuk is geschreven door een groep tieners uit verschillende klassen van de school waar ik werk. Ze zijn lid van de Jeugd Theater School Zeeland en hebben samen met regisseur Jora Mohlmann maanden aan dit stuk gewerkt.
Het gaat over de ramp met de MH17. Ze spelen de slachtoffers die zich bevinden in een soort ruimteloze ruimte wat later de overgang van verongelukt, dood of bijna dood naar ‘hiernietmeer’ blijkt te zijn. Een indrukwekkend stuk, indrukwekkend gespeeld ook.
Misschien hoefden ze helemaal niet te spelen en konden ze gewoon zichzelf zijn.
Alsof ze in een blauwdruk van hun lerende leven zaten.

Grappig wel. Was begin van schooljaar 2014 structuur een heilig woord voor me, nu lijkt alle structuur verdwenen. Of toch niet?
De groep van de tiener die nu Elders zat was het schooljaar spelend begonnen, dat wel. En het was best lastig, zoveel vrijheid voor iemand als zij. En nu, bijna aan het eind van dit jaar wordt de ontwikkeling die deze groep heeft doorgemaakt duidelijk.

Het woord is nog steeds heilig, dus niet weg. Alleen is er nu iets bijgekomen, het begrip is breder geworden.
Het spelen. Net zoals in het PO, en daarvoor.
De structuur van het spelen in het PO moet ook in het VO gecontinueerd worden.

Structureel en vooral authentiek.

Cathy Kotoun

Zierikzee, mei 2015

Geef een reactie